J.J. Slauerhoff,De Schalmei
Zeven zonen had moeder:
Allen heetten Peter,
Behalve Wanjka die Iwan heette.
Allen konden werken:
Eén was geitenhoeder,
Eén vlocht sandalen,
Eén zelfs bouwde kerken;
Maar Iwan die Wanjka heette
Wilde niet werken.
Op een steen in de zon gezeten
Bespeelde hij zijn schalmei.
‘O, mijn lieve,
Mijn lustige,
Laat mij spelen
In de schaduw van mijn
Korte rustige vallei.
Laat andren werken,
Sandalen maken of kerken.
Wanjka heeft genoeg aan zijn schalmei.’
Vooraf
De
biografie van Slauerhoff beschouw ik als bekend. Die laat ik maar liggen.
Vorm
Slauerhoff
staat bekend als het tegendeel van een regelmatige vormgever aan zijn
gedichten. Dit gedicht bevat vier strofen van ongelijke lengte: drie, zes, twee
en acht verzen.de eerste strofe bevat een globale mededeling, de tweede gaat
nauwkeuriger in op die informatie. De derde zet die informatie voort met
betrekking tot Wanjka, die in alles een contrast vormt met zijn zes broers. De
vierde strofe bevat de tekst bij het lied dat hij op zijn schalmei zingt.
Inhoud
De
informatie in de eerste strofe bevat twee elementen: Moeder had zeven zonen en
daarvan heetten er zes Peter. De zevende
heeft twee namen. De tweede strofe geeft ons meer informatie over de broers. Ondanks
hun gelijke namen oefenen ze verschillende beroepen uit, handwerkers zijn het
op één na die het tot bouwmeester heeft gebracht.maar Wanjka vormt ook in dit
opzicht een contrast. Wat hij graag doet, staat in de derde strofe.
Bespreking
Waarom dragen
zes zonen dezelfde naam? Ik kan dit niet anders duiden dan dat zij tot de ‘gewone’
mensen, die allen, voor zover niet werkloos of met pensioen, een beroep
uitoefenen. Zij onderscheiden zich in niets van miljoenen andere mensen. Maar dit
ligt anders bij Iwan. Hij draagt niet twee namen, maar Wanjka is een
verkleiningsvorm, een koosnaampje wellicht, bij de formele naam. Hij wil niet
werken. dit houdt in dat hij min of meer buiten de geordende samenleving staat.
Hij trekt het dorp uit, zit op een steen en speelt op zijn schalmei. Op
Wikipedia vind je alles over dit instrument: http://nl.wikipedia.org/wiki/Schalmei
Het is
een eeuwenoud instrument, gebruikt door
liefhebbers. Wanjka is zo’n liefhebber, dat is duidelijk. De vierde strofe is
verrassend, maar ook een bevestiging van het voorgaande. In pastorale – ik bedoel
natuurlijk niet het ambt van predikant, maar het poëtische genre uit de
zeventiende eeuw - bewoordingen bezingt
hij datgene, waarmee hij zijn leven wil vullen. Sommigen in onze tijd zouden
hem ‘werkschuw’ noemen of een ‘flierefluiter’, maar de dichter is heel positief
over deze Wanjka. De laatste drie verzen geven een prachtige typering van
Wanjka’s levenswens: spelen op zijn schalmei en verder niets
De laatste
strofe begint met een aanspreking: “O, mijn lieve, / Mijn lustige…” Wie dit is
vertelt de dichter ons niet. Je zou in de pastorale sfeer aan een geliefde
kunnen denken, een herderin of juist een prinses. Maar dat is volledig
speculatief.
Tot slot
Slauerhoff
publiceerde dit gedicht als eerste van zes gedichten in de tweede afdeling, Voor kinderen, van zijn bundel Serenade. Dit wil niet zeggen dat ze
zonder meer door kinderen begrepen zullen worden. Maar ook zonder dat zullen
zij ze misschien wel aantrekkelijk vinden. Ik zal ze eens aan mijn
kleinkinderen voorleggen, in ieder geval aan de oudste van twaalf jaar. Dit eerste
gedicht is nog het meest leesbaar, de andere vijf zijn naar mijn mening toch
nog knap moeilijk.
Het lijkt
mij dat Slauerhoff in dit gedicht zijn eigen levenssituatie typeert. Hij
groeide op in een middenstandsgezin in Leeuwarden, voltooide weliswaar zijn
artsenstudie, maar leidde verder een onrustig leven, o.a. als scheepsarts op de
grote vaart. Regulier werken was niets voor hem. Het spelen op de schalmei
kunnen we als aanduiding van zijn dichterschap opvatten. Hij had een
neoromantische instelling, verfoeide de doorsnee burgers. Een gedicht als In Nerderland … getuigt hiervan (Verzamelde gedichten, deel 2, p. 337). Toen ik
een jaar of vijftien was, genoot ik al van zijn gedicht Tot mijn erfgenaam, het eerste uit de bundel Serenade. Veel van
zijn gedichten verplaatsen ons niet in de realteit, maar naar fantasie- of
droomsituaties en naar niet-Europese locaties.
Deze
bespreking bevat veel toelichting op De
schalmei. Het knappe van dit gedicht is dat het ook zonder het bovenstaande
commentaar aantrekkelijk en goed leesbaar is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten