donderdag 8 mei 2014

Hendrik de Vries, Mijn broer


Mijn broer, gij leedt
Een einde, waar geen mensch van weet.
Vaak ligt gij naast mij, en ik
Begrijp het slecht, en tast en schrik.

De weg met iepen liept gij langs.
De vogels riepen laat. Iets bangs
Vervolgde ons beiden. Toch woudt gij
Alleen gaan door de woestenij.

Wij sliepen deze nacht weer saam.
Uw hart sloeg naast mij. ‘k Sprak uw naam
En vroeg, waarheen gij gingt.
Het antwoord was:
“… Te vreeselijk om zich in te verdiepen,
“Zie ’t gras
“Ligt weder dicht met iepen
“Omkringd”


In: De nacht, 1920

De bespreking van dit gedicht vind je op de site van Meander De Klassiekers: http://klassiekegedichten.net/index.php?id=133 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten