XXXIV
Der menschen hoogste smart is wonderbaar.
Zonder gelach,
Zonder geween,
Lig ik gestrekt,
Beweegloos gestrekt,
Starend en stom,
In den nacht.
Paarden-getrappel en wagen-gedraaf,
Donkere vormen bewegen zich zacht
In den donkeren nacht....
Donkere vormen, zonder gerucht,
En ik zucht....
Paarden-getrappel en wagen-gedraaf,
Paarden en wagenen draven gestaag,
Paarden en wagenen draven gestaag met getrappel op straat....
Waar ik roerloos gestrekt lig,
Zonder gerucht,
In den nacht, in den nacht.
Willem Kloos (1859-1938)
Uit: Verzen
Uitgever: Versluys, Amsterdam 1894
Vandaag is een bespreking van mijn hand op Meander Klassiekers geplaatst:
http://klassiekegedichten.net/index.php?id=177
Geen opmerkingen:
Een reactie posten